Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden


 

Oldeholtwolde

vv

Ingang van de kerk te Oldeholtwolde

In de oorkonde van 9 september 1320 is er voor het eerst van de parochianen van Oldeholtwolde sprake. (1) Op dat ogenblik stond er een parochiekerk in deze plaats. Het patrocinium van de kerk vindt men in een oorkonde van 20 maart 1508 vermeld. Op die dag vond de institutie plaats van Albertus Henrici tot de parochiekerk van Oldeholtwolde, gewijd aan St Mauricius (Sint Maarten) krachtens presentatie door hertog George van Saksen (2) Uit een regest van 1553 blijkt, dat de vicaris van een vicarie te Oldeholtwolde toen Jacob Rutgers heette. (3) Hij is dan getuige bij de stichting van een vicarie in de kerk van 'Sunte Andries'op Steenwijkerwold op het Heilige Cruys altaer door Cornelius Hesselinge, priester in de kerk van 'Sint Steffen' te Oldeholtpade.
Het blijkt dat Oldeholtwolde over een vicarie beschikte gewijd aan St. Anthonius. 15 maart 1532 is er de institutie van Petrus Johannis tot de St. Anthonius- vicarie in de parochiekerk van Antiqua Holtwolde, vacant door dood of resignatie van Wilhelmus Johannis, krachtens presentatie van Johannes Petri cureit, Henricus the Weff en Gerlacus Gerbrandi, fabriekmeesters en Petrus Johannis, Nicolaus Amilii, Volkerus Lubberti, Johannes Egberti, Tsyouwa Jacobi, stelling en verdere parochianen aldaar. (4) De inkomsten van deze vicarie werden tijdelijk gebruikt om het opknappen van de kerk te kunnen bekostigen.
Men spreekt omstreeks 1532 over de incorporatie van de St Anthonius prebende, gevestigd in de parochiekerk van Antiqua Holtwolde, voor den tijd van 6 jaren bij de kerkfabriek aldaar tot herstel der kerk, ten verzoeke van Johannes Alberti cureit, Gerbrandus Lubbèrti en Matheus Henrici, fabriekmeesters en de overige inwoners dier parochie als collatoren. (Zie voor de betekenis van de verschillende termen de uitleg over de middeleeuwse organisatie van het kerkbestuur)

Van der Aa zegt van de situatie omstreeks 1840 dat het slechts een klein dorp of liever een buurtje is, waar men niet meer dan ruim 70 inwoners telt, die zich meest toeleggen op den landbouw. (5) Een klein gedeelte van de landen van dit dorp ligt binnen de Weerdijk, maar het meeste land dat zich uitstrekt tot de oevers van de Kuinder is laag wei- en hooiland, met kostbare klijngronden waaruit turf gegraven kon worden. In de tijd van Van der Aa hadden echter nog geen verveningen plaatsgevonden omdat vervoer van turf in die tijd onmogelijk was vanwege de ondiepten in de Kuinder ter hoogte van het dorp. Men had hier eertijds een kerk, die volgens van der Aa vóór de reformatie aan de H. Catharina gewijd was. Zoals we hierboven zagen is dit waarschijnlijk onjuist en was de kerk gewijd aan St Mauricius. De kerk lag aan de noordkant van de Weerdijk, maar zij is reeds in de zeventiende eeuw afgebroken, zodat alleen het kerkhof over bleef.

Er is een boek verschenen met een inventarisatie van veldnamen in het dorpsgebied.

Philomene Bloemhoff-de Bruijn en Ybe Duursma - Veldnaemen van Stellingwarf diel III - Der Izzerd, Hooltwolde, Ni'jholtwolde. Stichting Stellingwarver Schrieversronte Oosterwolde 1988. Boek in pdf

(1) Zie inleiding dorpen
(2) Kok 1958 noemt als bron AAU, dl 42 (1916) p 322. Uit: H.J. Kok - Proeve van een onderzoek van de patrocinia in het middeleeuws bisdom Utrecht. Proefschrift 1958. Van Gorcum en comp. NV, Assen.
(3) Historisch Centrum van Overijssel. Toegangsnummer: 76
Archieftitel: M. Bos, Inventaris van het archief van de schoutambten Steenwijk, Steenwijkerwold en Scheerwolde (1478) 1596 -1811. 4. Regest
(4) B.M. de Jonge van Ellemeet. Institutien, Proclamatiën en Collatiën van den Aartsdiaken van St. Marie in het Decanaat Drente. In: Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht. Twee en veertigste deel. Utrecht. Wed. J.R. van Rossum, 1916 blz 322
(5) Van der Aa deel 8 blz 406/407

Terug naar dorpen-index

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende