vv

De verering van Sint Nicolaas

Kerken in de moerasgebieden van Zuid-Oost Friesland en Noord-West Overijssel gewijd aan Sint Nicolaas.
Nicolaas van Myra was een vermaard volksheilige waarover betrouwbare historische gegevens ontbreken. Hij zou bisschop van Myra in Klein-Azie zijn geweest. Zijn levensbeschrijving is vermengd met die van heiligen, die dezelfde naam droegen, zoals Nicolaas van Pyra in Cycie (gestorven in 564)

De kern van de legende, die van Griekse oorsprong is, wordt gevormd door de verhalen over de redding van drie onschuldig ter dood veroordeelde schipbreukelingen, over drie meisjes aan wie Nicolaas in het geheim geld gaf zodat zij zouden kunnen trouwen. Ook zou hij drie kinderen die tijdens een hongersnood om het leven werden gebracht weer tot leven hebben gewekt. Zo werd hij de heilige van de goede gaven.

In Myra en Constantinopel is de verering aanwijsbaar vanaf de zesde eeuw. Vandaar verspreidde zij zich over de gehele Griekse en Russische kerk. Sedert de negende eeuw werd Nicolaas in Rome en Italie vereerd en vanaf de tiende eeuw in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Vooral de Hanze verspreidde zijn verering in het noorden van Europa. In 1087 werd zijn gebeente tijdens een oorlog tegen de Turken door kooplieden overgebracht naar Bari in Zuid-Italie. De grootste bloei van zijn verering valt laat in de middeleeuwen toen Nicolaas de patroon werd van scholieren, kinderen, schippers, gevangenen, bakkers, kooplieden, apothekers, juristen van steden, bijvoorbeeld Amsterdam en landen bijvoorbeeld Rusland. In de legenden die over hem in omloop zijn kwam Spanje in de plaats van Zuid-Italie. Vandaar ook zijn zwart-moorse knecht. Dit heeft volgens oude volkskundigen met heidense gebruiken te maken maar in de huidige tijd acht men dit niet waarschijnlijk. In onze tijd constateert men, dat de zwarte knecht eigenlijk pas opkomst in de negentiende eeuw, in de tijd van het kolonialisme. Evenals bij de legende van de elfduizend maagden en Sint maarten komen ook bij de verbreiding van het Nicolaas feest processen van universalisatie en parochialisatie tot uiting. Vanaf de tiende eeuw werd de heilige in West-Europa vereerd, terwijl het eerst een plaatselijke verering in Zuid-Italie was. (universalisatie) Op lokaal niveau vermengde men het feest weer met allerlei plaatselijke gebruiken.(parochialisatie)

De feestdag van Sint Nicolaas is op 6 december. In de beeldende kunst wordt Sint Nicolaas afgebeeld als bisschop in vol ornaat, met naast zich drie kinderen in een kuip, symbool van de kinderen die hij gered zou hebben of met drie bollen als symbool voor de bruidsschat die hij aan drie meisjes gaf. Soms heeft hij een schip of anker als attribuut. De Sinterklaasviering in Nederland op Sinterklaasavond op 5 december als vooravond van de feestdag van Nicolaas van Myra is in Nederland het populairste feest van het jaar. Althans vroeger. Het feest is vooral in de eerste eeuw van de Reformatie heftig bestreden, maar zonder succes. De protestantse kerkelijke overheid vond het een katholiek feest, terwijl de wereldlijke overheid op deze dag werd geconfronteerd met wanordelijkheden. Het is daarna van een kinderfeest een algemeen gezinsfeest geworden, gekenmerkt door het geven van geschenken en traditionele lekkernijen, zoals banket, speculaas en taai taai. Het gebruik van het zetten van de schoen bij de schoorsteen was in de vijftiende eeuw al in Utrecht bekend. In een aantal plaatsen in Nederland, vooral op de waddeneilanden komen sinterklaas gebruiken voor die weinig meer dan de naam van de heilige met de gebruikelijke viering gemeen hebben. Sommige oude volkskundigen verklaren de Sint Nicolaas gebruiken uit de tradities van de middeleeuwse kloosterscholen. Het zou echter ook mogelijk zijn, dat bepaalde gebruiken echo's zijn van voor-christelijke winterfeesten. Zo zouden de dier- en mens figuren van speculaas resten zijn van oude offerbroden. Tegenwoordig neemt men dit echter niet meer aan.

Lourens vermeldt verschillende gewoonten rond St Nicolaas in de Stellingwerven aan het einde van de 19e eeuw die na de Tweede Wereld oorlog voorzover mij bekend niet meer bestonden. In de jeugd van Lourens werd geen schoen onder de schoorsteen gezet, maar een mand; ook deze mand werd evenals de paaseieren verstopt. Wanneer de kinderen een be- paalde leeftijd bereikt hadden, vonden ze de volgende morgen in de mand een zakje zout. Dit was het teken, dat de persoon in kwestie afgezouten werd, hetgeen betekende, dat hij/zij het volgende jaar geen mand meer mocht zetten. men had de volwassen leeftijd bereikt. In de jeugd van Lourens hadden de bakkers van het dorp enkele dagen na St Nicolaasavond een loterij. De prijzen waren twee manshoge taaipoppen, die Sjouk en Tresa werden genoemd.

 

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende