vv

 

Een voor het Oversticht belangrijke legende was die van de heilige Ursula en de 11.000 maagden

Deze Ursula legende houdt ongeveer het volgende in. In de tijd dat keizer Maximinus over het Romeinse rijk heerste was er in de provincie Brittannia een christelijke koning Dionotus die een dochter had die Ursula heette. Een heidense vorst, Holofernes, wil de dat zij zou trouwen met zijn zoon. Koning Dionotus was bang voor de macht van Holofernes, en hij durfde het aanzoek dan ook niet te weigeren. Voordat het huwelijk zou worden gesloten eiste Dionotus op aanraden van zijn dochter, die deze gedachte van God had ontvangen, dat er aan twee voorwaarden moest worden voldaan: er moest een periode van drie jaar voorbijgaan, voor het huwelijk zou worden voltrokken en vóór de huwelijksdag moest de zoon van Holofernes zich laten dopen. De beide vorsten werden het eens over deze voorwaarden en in de drie jaren die toen volgden leidde de toekomstige bruid een zorgeloos bestaan. Prinses Ursula werd in deze periode vergezeld door 10 jonkvrouwen, die ieder net als Ursula een gevolg van 1000 vrouwen kregen . Tezamen dus 11.000 vrouwen. De vrouwen die in deze drie jaar met elkaar optrokken kwamen uit alle delen van de wereld, tot Constantinopel, Britannia en Griekenland aan toe. Ze brachten de tijd door met spelevaren aan de kust en ze hielden met hun boten zelfs spiegelgevechten op zee. Op de laatste dag voor het huwelijk zou worden gesloten stak er een storm op, die de schepen met de 11.000 maagden naar de kust van Gallia dreef. De vrouwen landden behouden in de toen belangrijke handelsplaats Tiel en ze dankten God voor hun redding. Uit dankbaarheid besloten de vrouwen een bedevaartstocht naar Rome te maken; ze werden ontvangen door paus Cyrianus die door een engel Gods van hun komst op de hoogte was gesteld.

Nadat de vrouwen graven van heiligen hadden bezocht en aflaat hadden verdiend reisden ze samen met paus Cyriacus en zijn diakenen naar het land van de heidenen om hen te bekeren. Nadat ze enige tijd in Bazel hadden doorgebracht gingen ze naar Keulen dat juist door de Hunnen werd belegerd. De maagden vielen in hun handen en werden gedood. Omdat de maagden een marteldood waren gestorven bij de verdediging van het christelijk geloof werden ze heilig verklaard. De Hunnen werden uiteindelijk door een schare van hemelse kampvechters verdreven. Daarna begroeven de bevrijde burgers van Keulen de 11.000 martelaressen en vereerden hen.

Enige opmerkingen over de struktuur van het verhaal.

De verering van de heilige Ursula nam zeer toe, toen men in 1055 in Keulen een graf veld vond, dat naar men meende naar de bovengenoemde gebeurtenissen verwees. Een duitse geestelijke toonde in die tijd echter al aan, dat het hier ging om een grafveld van de Romeinse legioenen van Colonia Agrippina en dat dit niets met de legende te maken had. In het volksgeloof bleef het grafveld echter de begraafplaats van de heilige maagden en men nam de verklaring van de Duitse geestelijke niet over. Sommige onderzoekers veronderstellen,dat het bij de legende van de heilige Ursula gaat om een kerstening van de dienst aan Nehellenia, een godin die in de tijd van de Romeinen in Nederland, West-Duitsland en Vlaanderen werd vereerd. Maar zeker is dit niet.

De dichter Vondel heeft het leven van de heilige Ursula en haar vrindinnen verwerkt in het treurspel "maeghden". Het thema van de strijd tussen heidense en christelijke godsdienst komt in het verhaal duidelijk tot uiting. Nadat deze strijd "opgelost" was ging het verhaal over de heilige Ursula fungeren als raamverhaal voor de levensgeschiedenis van andere heilige maagden die in hun eigen, specifieke lotgevallen weer rituelen, gewoonten of wonderen tot uitdrukking brachten,die alleen in een bepaalde streek voorkwamen.

Zo werden zowel op centraal nivo van oa het bisdom Utrecht als op lokaal nivo heidense gebruiken en rituelen ondergeschikt gemaakt aan en vermengd met de nieuwe christelijke religie. Een heilige jonkvrouw die Ursula had vergezeld stichtte dan een kerk of stad die naar haar werd genoemd en zij verrichtte daarbij allerlei wonder en, zoals het genezen van zieken. Hiernaast ziet u de kerk van Rhenen, die aan de heilige Cunera was gewijd. De legende van de heilige Cunera is een voorbeeld van een lokale legende, die van het meer algemene raamverhaal van de lotgevallen van de heilige Ursula is afgeleid. Het verband tussen raamverhaal en alleen in een bepaalde streek of stad voorkomende legende kwam in eerste instantie tot stand tijdens de mirakelspelen.

We hebben bij de ontwikkeling van de jaarmarkten reeds op deze vorm van toneelspel gewezen. Het waren spelen, die op de naamdag van een bepaalde heilige werden gehouden op het kerkhof, en waarin de levens van de desbetreffende heiligen werden uitgebeeld. Na verloop van tijd werd er naast de mirakelspelen en de kerkelijke feeesten handel gedreven en ontstonden de jaarmarkten. Deze ontwikkeling kan verklaren, waar om in Steenwijk de jaarmarkt 11.000 wordt genoemd. Zij moet dus oorspronkelijk op de naamdag van de heilige Ursula zijn gehouden toen rondtrekkende komedianten de legende van de heilige Ursula vertelden. Later ontwikkelden de mirakelspelen zich tot kermissen, waar naast de handel op de jaarmarkten feest werd gevierd.

In het Oversticht zijn er vele aanwijzingen, dat de legende van de elfduizend maagden erg populair was. Zoals gezegd werd de jaarmarkt in Steenwijk de Elfduizend genoemd en in Kampen was er in de Nicolaaskerk een altaar van de 11.000 maagden. Bovendien was er een Cunerabroederschap, genoemd naar een van de 11 maagden die een hoofdrol in het verhaal speelden en waarnaar ook de Cunerakerk is genoemd. Verder bestaat er een verhaal, dat de kerk van Blankenham door 11.000 vrouwspersonen zou zijn gesticht en met grote gaven beschonken.

De legende van de heilige Cunera

Hiernaast ziet u de heilige Cunera, boven de ingang van de kerk in Rhenen. De foto is genomen in juni 2001.
Volgens het verhaal was Cunera een van de 10 jonkvrouwen, die Ursula op haar tocht vergezelden. Tijdens het gevecht bij Keulen was er een koning, die zag dat ook Cunera de marteldood zou sterven. Hij beschermde haar echter met zijn mantel zodat ze voor de ondergang werd behoed. Zo was Cunera de enige van de maagden die in leven bleef. De koning nam haar mee naar zijn kasteel in Rhenen waar het verhaal over de strijd tussen goed en kwaad verder gaat, verweven met allerlei plaatselijke gebeurtenissen en tradities. Uiteindelijk moet Cunera in deze strijd het loodje leggen en sterft ze de marteldood.

De legende vermeld verder, dat de heilige bisschop St Willibrord 341 jaar nadat de heilige Cunera was gestorven de jonkvrouw heilig verklaarde en verhief. Dit laatste betekende, dat de overblijfselen van de heilige werden opgegraven en op het altaar geplaatst. Later betrof het echter een pauselijke heiligverklaring zonder invloed van de bisschop en plaatsing op het altaar. Uit de legende over de verheffing door bisschop Willibrord van Utrecht blijkt in ieder geval, dat de verering in het hele Sticht voorkwam. De structuur van het verhaal sluit mooi aan bij de theorie over processen van universalisatie en parochialisatie en het onderscheid tussen Grote Cultuur (Grand Culture) en Kleine Cultuur. Het raamverhaal was wijd verbreid in het bisdom Utrecht, en de maagden beleefden op lokaal niveau weer allerlei avonturen, die met lokale gebruiken en geloofsaspecten verweven waren. Zo sloot de structuur van het verhaal aan op de specifieke kenmerken van communicatieve processen in peasantsamenlevingen. De verbreiding van de legende over grotere gebieden (universalisatie) en verwerking ervan in lokale gebruiken (parochialisatie) komt tot uiting. Zie voor een nadere uitleg van deze processen de inleiding.

Verschillende onderzoekers veronderstellen dat de naam van het riviertje de Kuinder-Cunera-Cuneren van de heilige Cunera komt. De rivier de Tjonger of Kuinder heeft dan twee namen; een voorchristelijke en een christelijke. Tegenwoordig acht men deze verklaring niet meer waarschijnlijk. Zie daarvoor de naamsverklaring van de rivier de Tjonger of Kuinder.

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende