vv

 

De afdeling Scherpenzeel van de SDAP

In het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam bevinden zich vele archieven die betrekking hebben op de geschiedenis van het socialisme en de arbeidersberweging in Nederland. Er zijn ook vele gegevens en archieven te vinden over de geschiedenis van deze politieke stroming in Weststellingwerf. In onderstaand stukje enkele gegevens over de geschiedenis van socialistische partijen van voor de tweede wereldoorlog in de Grote Veenpolder.

De SDAP maakte in de jaren na 1910 een snelle ontwikkeling door. Het aantal leden en het aantal kiezers steeg snel. In de Zuid-Oost hoek van Friesland achtte de SDAP de tijd rijp om de propaganda te verhevigen en zo de sterke positie van van der Zwaag die buiten de partij was gebleven en die een grote aanhang had te ondermijnen. In verschillende plaatsen in Zuid-Oost friesland werd in 1911 een afdeling van de SDAP opgericht; zo ook in Scherpenzeel. De oprichting van de afdeling vond plaats op 30 juli. Secretaris A Veenstra van de SDAP-federatie Weststellingwerf die steun verleende aan de oprichting van de afdeling schreef aan het secretariaat van het landelijk bestuur der SDAP: "de afdeling Scherpenzeel is zondag gekonstitueerd. 19 leden zijn toegetreden. Een prachtig begin". Eveneens in augustus stuurt de kersverse secretaris van de nieuwe afdeling H Oosterhoff een ledenlijst en het huishoudelijk reglement naar Amsterdam. De contributie van de afdeling was 10 cent per maand. In Oktober meldt Oosterhoff dat de afdeling 22 leden heeft. Bestuursleden waren: L Oosterhoff uit Munnekeburen voorzitter, IJ Postma uit Langelille, eerste secretaris, H Oosterhoff uit Scherpenzeel, tweede secretaris en Joh Strikwerda uit Langelille, penningmeester. Van de ledenlijst valt op dat er van de 19 leden drie waren die Staalsmid heetten en vier die Oosterhoff heetten. Een familieaangelegenheid dus! In 1912 wordt de schoolmeester M Warmolts secretaris van de afdeling.

In dat jaar openbaart zich voor de afdeling echter een groot probleem; het grote verloop onder de leden wegens verhuizing naar elders. Al in 1912 deelt IJ Postma mee dat hij wegens verhuizing geen secretaris meer is. In 1912 en 1913 blijft het aantal leden nog stabiel, ongeveer 22. Maar er zit geen vooruitgang meer in en eind 1913 blijkt het aantal leden nog maar 15 te zijn. Meester Warmolts, de secretaris, schrijft in maart 1914 aan het partijbestuur dat het hem niet mogelijk is een financieel verslag te geven, "daar onze afdeling dit jaar kort na elkaar 2 penningmeesters zag vertrekken en mij de noodige gegevens ontbreken". Toch ontplooide de afdeling wel aktiviteiten. Men heeft in 1913 deelgenomen aan het partijcongres en was vertegenwoordigd op de kiesrechtbetoging in Heerenveen. Verder nam de afdeling deel aan de Tweede Kamerverkiezingen, de statenverkiezingen en de gemeenteraadsverkiezingen. Ook heeft de afdeling zich in dit jaar tot de gemeenteraad gewend met het verzoek, om aan de bedeelden, tevens pensioengerechtigden, hunne volle bedeeling wederom uit te keeren. Een gedeelte hiervan wordt namelijk ingehouden. Resultaat: tot op heden weinig van bekend. In 1918 zijn er nog steeds 15 leden er zijn enkele weggegaan en enkele nieuwe leden bijgekomen. Secretaris is op dat moment G. van der Heide en penningmeester L Oosterhoff. In 1920 loopt het aantal leden terug tot 12; twee leden bedankten wegens de contributieverhoging die was ingevoerd.

Deze korte geschiedenis geeft aan, dat het toch niet eenvoudig was voldoende aktieve leden te werven onder de bevolking van de Grote Veenpolder. Na een aanvankelijk veelbelovend begin leidde de afdeling een kwijnend bestaan met slechts een vijftiental leden.

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende